You have not accepted cookies yet

This content is blocked. Please accept marketing cookies. You can do this here.

Dirk Brantjes

Adviseur Duurzaamheid

Boven mijn vorige blog op deze plek stond de klassieke wielerterm ‘Parijs is nog ver’. Een half jaar later moet ik vaststellen dat de klimaatdoelen geen centimeter dichterbij lijken te zijn gekomen. Tenminste niet als we plannen van het nieuwe kabinet als routekaart beschouwen.  


Jawel, de gevolgen van klimaatverandering worden onderkend, maar het antwoord daarop is adaptatie. Beleid om die verandering te keren (mitigatie), is in het regeerakkoord niet terug te vinden. Bij groene groei lijkt de nadruk vooral op onbelemmerde groei te liggen, waarbij de omdraaiing van natuurinclusieve landbouw, naar landbouwinclusieve natuur de trend lijkt te zetten. En dat is geen voorwaartse trend, zoals transitiekapitein Jan Rotmans in een openbrief aan groeiminister Sophie Hermans uitlegde.  

 

Op naar nul uitstoot 

Gelukkig moet alles wat we in Nederland willen, ook binnen Europese richtlijnen passen en daar put ik hoop uit. Zo introduceert de vierde Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD IV) het Zero Emission Building (ZEB). De vorige norm Bijna EnergieNeutrale Gebouwen (BENG) kan alweer bij het oud papier. Daar is ook veel voor te zeggen. Met wat extra zonnepanelen kon je al een BENG-stempel krijgen en hoefde de bouwer zich niet meer te bekommeren om netjes kier- en luchtdicht af te werken. De koolstofuitstoot door productie en transport van bouwmaterialen zit niet in de optelsom. Een garantie voor de laagst mogelijke energierekening is BENG tot nu toe ook niet gebleken. 

Als het aan Europa ligt wordt whole life carbon (WLC) de nieuwe meetlat. De uitstoot van een gebouw gaat immers niet alleen over het gebruik ervan, maar begint op de tekentafel en eindigt bij het demonteren. Het verplicht de hele keten tot het heroverdenken van de materiaalkeuze. Van oorsprong tot eindbestemming. Daarmee keren de kansen voor biobased, refurbished en herbruikbare materialen die het nu nog te vaak – en tegen elke logica in – afleggen tegen staal, beton en bijvoorbeeld isolatiematerialen van kunststof.  

 

Biobased is de basis 

Een recente studie uit Denemarken laat zien hoe snelgroeiende biobased materialen zoals hennep, vlas en stro de ecologische impact van de bouw aanzienlijk kunnen verminderen. Deze materialen verlagen niet alleen het landgebruik, maar slaan ook CO₂ op tijdens hun groei en verbeteren het binnenklimaat van gebouwen. 

Waar hout een uitstekend alternatief biedt voor CO₂-intensief gewapend beton, kunnen vezelgewassen synthetische (CO₂- en stikstofintensieve) materialen zoals glas- en steenwol vervangen. Samen bieden ze een geïntegreerde oplossing voor duurzamer bouwen. Daarmee maken we een duurzaam ontwerp, in plaats van het verduurzamen van een ontwerp. 

Het besef dat de grootste milieuwinst te behalen is in de bestaande bouw is gelukkig snelgroeiend, maar om biobased bouwen en renoveren de norm te maken, moeten nieuwe meetmethoden worden omarmd. Daarom werken we samen met marktpartijen om een volgende stap te zetten naar een breed gedragen oplossing. Daarbij nemen we de door Stichting NMD beheerde MPG-bepalingsmethode als vertrekpunt.  

 

Circulair 

Mag ik tot slot op deze plek pleiten om op een echt circulaire en natuurinclusieve economie aan te blijven sturen, want ook dat prachtige en logische doel lijkt een beetje uit het zicht te raken. 

Laat Parijs geen droom blijven.

AUTEUR

Profielfoto van Dirk Brantjes

Dirk Brantjes

Adviseur Duurzaamheid

Neem contact op met {name} voor meer informatie & vragen

Arcadis gebruikt uw naam en e-mailadres alleen om uw vraag te beantwoorden. Meer informatie kunt u vinden in ons Privacy beleid.