De coronapandemie heeft een onmiskenbare impact op ons leven en dus ook op onze leefomgeving. De nood aan woonkwaliteit, aangename buitenruimte en sociale cohesie in onze steden is meer dan ooit op scherp gesteld. Op welke manier beïnvloedt de pandemie onze steden vandaag? Hoe kunnen we onze steden meer toekomstbestendig maken? En kunnen nieuwe technologieën bijdragen tot een gezonde leefomgeving?
Tekst: Liesbeth Verhulst, interview voor Architectura
De coronacrisis heeft onze bewegingsvrijheid op ongeziene wijze ingeperkt. Tijdens de opeenvolgende lockdowns waren we zoals nooit tevoren aangewezen op onze directe leefomgeving: onze woning, al dan niet met tuin, en onze buurt, al dan niet met park. Zeker voor bewoners van een appartement zonder terras is de nabijheid van groene publieke ruimte in coronatijden een zegen gebleken. We zijn met z’n allen veeleisender geworden voor onze leefomgeving en dat uit zich ook op de vastgoedmarkt, waar de woningprijzen verder de hoogte zijn in gegaan en kandidaat-kopers meer op zoek zijn naar een huis met tuin, liefst buiten de dichtbevolkte stad.
“Die tendens hoeft niet te verbazen. De nadelen van een huis buiten de stad zijn weggevallen, terwijl we niet meer van de voordelen van het stadsleven kunnen genieten. Door het vele thuiswerk sparen we heel wat tijd uit op de baan, tijd die we anders in de file op weg naar ons kantoor in de stad doorbrachten. Anderzijds is de beleving van de stad - een terrasje doen, cultuur opsnuiven,... - zo goed als onbestaande. Welke reden rest ons dan nog om in de stad te blijven wonen? De tijd zal uitwijzen of deze tendensen al dan niet blijvend zijn.
Arcadis gelooft sterk in het potentieel van onze steden om een veilige en duurzame toekomst te creëren. Tegen 2050 zal 2/3 van de wereldbevolking in de stad wonen. Als we de wereld voor de toekomstige generaties in een betere toestand willen achterlaten dan die waarin we ze gevonden hebben, is een constante focus op duurzaamheid broodnodig. Hoe kunnen we mensen dan terug naar de stad krijgen? Het antwoord is even uitdagend als eenvoudig: door in te zetten op kwalitatieve woonprojecten, aangename en klimaatbestendige publieke ruimte, en de integratie van nieuwe technologieën daar waar ze een meerwaarde kunnen bieden.
De ideale stad
Een mooi uitgangspunt is de 15-minutenstad, waarbij alle voorzieningen zich op minder dan een kwartiertje afstand bevinden. In de ideale stad heeft iedereen toegang tot de faciliteiten die nodig zijn voor het dagelijks leven, zonder zich daar onnodig - en dan nog liefst op een duurzame manier - voor te hoeven verplaatsen, met een sociale cohesie die dit alles mogelijk maakt. Tegelijk moeten we steden bouwen die veerkrachtig zijn, en bestand tegen pandemieën en de gevolgen van klimaatverandering.
Daarom zet Arcadis heel sterk in op de integratie van groenblauwe netwerken, zodat de schaarse buitenruimte die er is niet alleen benut kan worden ter ontspanning van de stadsbewoners, maar tegelijk een ecologische rol vervult. Groenblauwe infrastructuur kan dankzij onder meer het tegengaan van hittestress, luchtzuiverende eigenschappen, wateropslagcapaciteit, ... de klimaatbestendigheid van een stad aanzienlijk bevorderen, terwijl ze tegelijk een aangename leefomgeving creëert.
Op gebied van wonen kijken we al snel in de richting van nieuwe woonvormen. Daarbij creëren we als het ware microgemeenschappen waarbij we allerlei zaken met elkaar gaan delen: van een fietsstalling en wasplaats tot een tuin en gemeenschappelijke ruimte voor familiebijeenkomsten. Helaas botsen dergelijke woonvormen in tijden van social distancing op hun limieten, maar dit is de weg vooruit als we duurzaam willen verdichten.
Op het gebied van duurzame mobiliteit heeft de coronacrisis alvast een positief effect: we verplaatsen ons vaker te voet of met de fiets in het nadeel van de wagen, wat zorgt voor een betere luchtkwaliteit in de steden. Hoewel we in Vlaanderen met een historische achterstand te kampen hebben, zijn we op de goede weg wat betreft de uitbouw van onze infrastructuur voor fietsers en voetgangers. Hier zal het zaak zijn om na corona het vertrouwen in het openbaar vervoer te herstellen, een van de pijlers om naar een duurzame mobiliteit te evolueren.
De kracht van data
Een gezonde leefomgeving komt niet alleen tot stand door te investeren in woonkwaliteit en publieke ruimte. Het gaat ook over de manier waarop mensen zich gedragen. In deze coronacrisis is het probleem dat te veel mensen samenkomen op de al schaarse open plekken die in de stad voorhanden zijn. Bij Arcadis hebben we jarenlange ervaring met data-analyse met het oog op de beheersing van mensenmassa’s. Vandaag de dag zijn we in staat om real-time gegevens te gebruiken die inzicht bieden in de geografische positie van de gebruikers en hun gedragspatronen. Op die manier kunnen we voorspellen waar mensen zullen samenkomen, zodat steden proactief bepaalde locaties kunnen afsluiten of openstellen als er te veel volk op de been is. Die data-analyses passen we vandaag al toe in steden als Amsterdam en Lyon, waar we mensen op een veilige manier kunnen laten samenkomen.
Combinatie van oplossingen
Voor Arcadis ligt de weg vooruit steevast in een combinatie van oplossingen. Door in te zetten op de integratie van al deze aspecten in onze projecten - van groenblauwe infrastructuur en klimaatbestendigheid tot sociale cohesie en duurzame mobiliteit – bouwen we aan veerkrachtige, toekomstbestendige steden.