Uitdaging
Defensie investeert in haar modernisering en koopt 34 F-35A gevechtsvliegtuigen aan. De huidige infrastructuur is niet aangepast aan de actuele normen inzake beheer, onderhoud en beveiliging.
Defensie investeert in haar modernisering en koopt 34 F-35A gevechtsvliegtuigen aan. De huidige infrastructuur is niet aangepast aan de actuele normen inzake beheer, onderhoud en beveiliging.
Op de basis van Florennes en Kleine-Brogel worden 2 nieuwe complexen gebouwd.
De nieuwe gebouwen zullen bij de duurzaamste zijn van het militaire gebouwenpark in België.
Defensie investeert fors in haar modernisering en uitbreiding. Dat resulteerde onder meer in de aankoop van 34 F-35A gevechtsvliegtuigen, ter vervanging van de oude F-16’s. Deze ultramoderne jets worden gelijkmatig verdeeld over de twee luchtmachtbasissen in Florennes en Kleine-Brogel. De huidige infrastructuur dateert uit de jaren ‘50 en ‘60, en is dus niet aangepast aan de actuele normen inzake beheer, onderhoud en beveiliging. Maar ook op het vlak van duurzaamheid schieten de gebouwen tekort.
Daarom wordt op elke basis een nieuw complex gebouwd. Dat zal telkens bestaan uit vier grote onderdelen:
“De gebouwen moeten aan een heleboel internationale eisen voldoen”, zegt Rein Verrelst, projectingenieur en consultant duurzaamheid bij Arcadis. “Enerzijds zijn er allerlei technische en functionele vereisten van Lockheed Martin, de constructeur van de F-35A. Anderzijds legt zowel onze wetgeving als Defensie een heleboel normen op die betrekking hebben op de duurzaamheid van de infrastructuur. Er gaat ook bijzondere aandacht naar het welzijn en het comfort van het personeel.”
Na een offerteprocedure die meer dan een jaar in beslag nam, werd het contract voor een Design Build & Maintain opdracht gegund aan het consortium Full Throttle, waarbij bouwbedrijf Jan De Nul instaat voor het design, de bouw en het onderhoud. Arcadis fungeert samen met haar Amerikaanse partner Burns & McDonnell als ontwerpbureau en technisch consultant in opdracht van Jan De Nul.
Met het oog op duurzaamheid wordt in beide nieuwbouwcomplexen maximaal ingezet op thermische isolatie en het gebruik van hernieuwbare energie. “We volgen hiervoor vooral de ‘GRO’-duurzaamheidsmeter van de Vlaamse Overheid”, legt Rein Verrelst uit. “Die vertrekt van een holistische aanpak. Windmolens horen uiteraard niet thuis op een luchtmachtbasis, maar er komen wel zonnepanelen en een combinatie van geothermische en lucht-water warmtepompen om de gebouwen op een duurzame manier van energie te voorzien.”
De toekomstbestendige complexen in Florennes en Kleine-Brogel zijn quasi identiek, en zullen elk een oppervlakte van bijna 50.000 vierkante meter beslaan. Met de bouw gaat een investering van 300 miljoen euro per luchtmachtbasis gepaard, ofwel 600 miljoen euro in totaal. De werken zijn gestart in de zomer van 2022 in Florennes en zullen daar twee jaar in beslag nemen. Daarna volgt de bouw van het complex in Kleine-Brogel, dat tegen 2027 operationeel zal zijn.
De geothermische installatie in Kleine-Brogel wordt de grootste van heel Vlaanderen. “We stonden dan ook voor een aanzienlijke en innovatieve uitdaging”, zegt Bert Lemmens. “Enerzijds moeten al deze grote ruimtes verwarmd worden op een fossielvrije manier. Anderzijds worden er heel wat industriële toepassingen gebruikt die tot nu toe met fossiele brandstoffen werden gevoed. Ook die willen we verduurzamen om ze klaar te maken voor de toekomst.”
“Een mooi voorbeeld is de lakinstallatie, die de verflaag van vliegtuigen herstelt na beschadiging door bijvoorbeeld beperkte steenslag. De oven waarin dat gebeurt vergt hoge droogtemperaturen tot soms wel 200 graden. Traditioneel worden die behaald via gasverbranding. Met het oog op maximale duurzaamheid werd nu gekozen voor infraroodtechnologie: die kan elektrisch aangestuurd worden, en kan zo makkelijker vergroend worden.”
Hernieuwbare bronnen zullen er 20 procent van het totale energieverbruik opvangen.
Hiermee zullen de nieuwe gebouwen in Kleine-Brogel en Florennes bij de duurzaamste zijn van het militaire gebouwenpark in België.