De industrie is verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de wereldwijde CO2 uitstoot. Er is nu eenmaal veel energie nodig om van een grondstof tot een afgewerkt product te komen. De decarbonisatie van de sector vergt dan ook een aanpak op meerdere fronten.
De Europese Green Deal heeft als doel Europa tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Elke burger en ieder bedrijf moet inspanningen leveren. Dat geldt eens te meer voor de industriële spelers. Zij worden naast de stijgende energieprijzen immers ook geconfronteerd met stijgende kosten voor CO2 uitstoot. Verwachting is dat het huidige systeem van CO2 emissie rechten nog verder zal uitgebreid worden. De complexiteit van de keten van industriële processen maakt de uitdagingen eens zo groot.
‘Om tot een koolstofvrije economie te komen, zal de industrie een complexe verandering moeten ondergaan’, beaamt Hervé Van Achter, commercieel directeur energie en milieu bij adviesbureau Arcadis. ‘Bedrijven moeten ageren op verschillende fronten: de directe emissies op de eigen sites, de indirecte uitstoten in het kader van de aangekochte elektriciteit en de indirecte emissies die gelinkt zijn aan alle andere activiteiten zoals bijvoorbeeld de distributieketen en de aangeleverde grondstoffen.’
‘Sommige ondernemingen vragen ons om hun CO2 reductie te bekijken vanuit elke scope uit het Greenhouse Gas (GHG) Protocol, wat de meeste gebruikte internationale standaard is. Andere spelers focussen op één onderdeel. Zo namen we bijvoorbeeld louter de catering in het bedrijfsrestaurant van een multinational onder de loep. Voor een ander bedrijf analyseerden we enkel de logistieke keten.
Geen silver bullet
‘De industriële transitie is veel complexer dan die in de gebouwensector, waar de grote lijnen voor elk gebouwtype gelijk lopen’, bevestigt Bert Lemmens, consultant duurzaam bouwen bij Arcadis. ‘Er is geen silver bullet voorhanden. De juiste aanpak vereist maatwerk, en verschilt naargelang het bedrijf, de noden, de klanten, de ligging, … Er komt veel onderzoek aan te pas om de oplossingen marktrijp te maken.’
‘Sommige ingrepen vergen aanzienlijke investeringen, maar er zijn ook een heleboel quick wins op het vlak van energie-efficiëntie. Denk aan het isoleren van stoomleidingen, vraagsturing bij persluchtcompressoren en het verduurzamen van een gebouw wanneer de technische levensduur bereikt is. Zulke ingrepen hebben een terugverdientijd van vier tot zes jaar.’
Inzetten op circulariteit, eigen duurzame energieproductie en de aankoop van groene stroom horen eveneens thuis in de aanloop naar klimaatneutraliteit. ‘Voor processen die moeilijk geëlektrificeerd kunnen worden – denk aan warmtetoepassingen boven 200 graden – zijn waterstof en biobrandstof beloftevolle energiebronnen’, weet Hervé Van Achter. ‘Ook kan gedacht worden aan CO2 opslag (CCS) en het omzetten van de opgevangen uitstoot in grondstoffen (CCU).
Wisselwerking
Arcadis helpt bedrijven bij hun duurzame ambities. ‘We starten steeds met de opmaak van een roadmap met mogelijke ingrepen op korte, middellange en langere termijn’, legt Bert Lemmens uit. ‘Daarbij is de wisselwerking met de klanten cruciaal, want niemand anders kent de eigen processen zo goed als zijzelf. We waken er ook over dat de doelstellingen altijd science based zijn. Want alleen zo is greenwashing te vermijden.’